2 Samuel 1:11

SVToen vatte David zijn klederen en scheurde ze; desgelijks ook al de mannen, die met hem waren.
WLCוַיַּחֲזֵ֥ק דָּוִ֛ד [בִּבְגָדֹו כ] (בִּבְגָדָ֖יו ק) וַיִּקְרָעֵ֑ם וְגַ֥ם כָּל־הָאֲנָשִׁ֖ים אֲשֶׁ֥ר אִתֹּֽו׃
Trans.wayyaḥăzēq dāwiḏ biḇəḡāḏāw biḇəḡāḏāyw wayyiqərā‘ēm wəḡam kāl-hā’ănāšîm ’ăšer ’itwō:

Algemeen

Zie ook: David (koning), Kleding, Kleding scheuren, Qere en Ketiv, Rouw
2 Samuel 3:31, 3 Johannes 13:3

Aantekeningen

Toen vatte David zijn klederen en scheurde ze; desgelijks ook al de mannen, die met hem waren.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יַּחֲזֵ֥ק

Toen vatte

דָּוִ֛ד

David

ב

-

בגדו

zijn klederen

בִּ

-

בְגָדָ֖יו

-

וַ

-

יִּקְרָעֵ֑ם

en scheurde

וְ

-

גַ֥ם

ze; desgelijks ook

כָּל־

al

הָ

-

אֲנָשִׁ֖ים

-

אֲשֶׁ֥ר

die

אִתּֽוֹ

met


Toen vatte David zijn klederen en scheurde ze; desgelijks ook al de mannen, die met hem waren.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!